Twee nieuwe predikanten

De protestantse wijkgemeente Den Haag-Zuidwest heeft sinds september vorig jaar twee nieuwe predikanten: Sara Dondorp voor de Bosbeskapel en Martin van Wijngaarden voor de Abdijkerk. In een online dubbelinterview blikken ze terug op hun eerste Haagse maanden en kijken ze ook vast even vooruit.

 

De wijkgemeente Den Haag-Zuidwest, onderdeel van de Protestantse Kerk Den Haag, bestrijkt een groot geografisch gebied. De wijkgemeente bestaat uit drie gemeenschappen met elk een eigen kerkgebouw: de Shalomkerk in Bouwlust-Vrederust, de Abdijkerk in Loosduinen en de Bosbeskapel in de Vruchtenbuurt. Sara Dondorp was hiervoor predikant in het Brabantse Chaam en volgde in de Bosbeskapel Martin Koster op. Martin van Wijngaarden kwam vanuit de Lutherse Gemeente Rotterdam en nam in de Abdijkerk het werk van Michiel Aten over.

 

Op z’n Loosduins

De overstap is beiden goed bevallen. ‘Ik kreeg een heel warm welkom’, vertelt Dondorp. ‘Ik was ook verrast dat er in de Bosbeskapel zoveel vrijwilligers zijn. Dat was ik in Chaam niet gewend, want dat is een vrij kleine gemeente.’

Van Wijngaarden: ‘Ik had ook het gevoel dat ik in een warm bad terechtkwam. Het is een heel sterke gemeente, eigenlijk een klassieke dorpsgemeente, in de goede zin van het woord. Loosduinen voelt zich deel van Den Haag, maar wel op z’n Loosduins. En dat merk je ook in de kerk. Tegelijk kunnen mensen er wel gemakkelijk binnenkomen; het is geen uitsluitende gemeenschap. Wat ik ook bijzonder vind, is dat het in kringen en gesprekken heel gauw de diepte ingaat en dat er vertrouwelijkheid is. En dat terwijl ze mij nog niet heel goed kennen. Dat vind ik mooi.’

Typerend voor de Bosbeskapel vindt Dondorp het enthousiasme van de gemeenteleden: ‘Het is een brede gemeente waar veel kan. Bijvoorbeeld voor de startzondag had ik voorzichtig voorgesteld om de kerkdienst zowel op die zondagochtend gezamenlijk voor te bereiden als ook te houden. Ik had dat in een eerdere gemeente eens vergeefs voorgesteld. Er zat voor mij nu ook een praktische kant aan, want ik woonde nog in Brabant omdat ik nog niet in mijn huidige huis in Den Haag kon. Maar men vond het meteen prima, dus in allerlei groepjes gingen we aan de slag om onderdelen van de dienst voor te bereiden en daarna uit te voeren. Heel leuk was het. Er is veel potentieel in de gemeente, en er is ook van alles op de grens tussen kerk en cultuur.’

 

Dikke vergaderstukken

De predikanten moesten allebei wel wennen aan de Haagse vergadercultuur. Van Wijngaarden: ‘Ik ben vanuit de werkstad Rotterdam naar de ambtenarenstad Den Haag gekomen en het aantal notities en vergaderstukken is niet alleen veelvuldiger, maar de stukken zijn ook veel dikker.’ Dondorp lacht: ‘Dat kwam in het beroepingsproces ook ter sprake. “Wij zijn ambtenaren”, werd er gezegd, “wij kunnen wel stukken schrijven.” Gelukkig werken we als predikanten in een team, en dat betekent dat we ook de vergaderingen een beetje kunnen verdelen.’ Op dit moment bestaat het team van Zuidwest uit zeven pastores, zowel predikanten als kerkelijk werkers, die de pastorale taken verdelen en bij ziekte elkaar kunnen vervangen.

Kunnen de predikanten ook al iets zeggen over hun plannen en ideeën voor de komende tijd? Dondorp: ‘Waar ik voor mezelf erg mee bezig ben, is hoe we als kerk met de milieuproblematiek moeten omgaan. Het is iets waarover ik me maatschappelijk gezien zorgen maak. Ik zou het mooi vinden om daarover in de gemeente met elkaar van gedachten te wisselen. En iets anders is dat ik weleens zou willen kijken of ik iets met meditatie kan doen. Ik denk dat dat een vorm is die meer aansluit bij bijvoorbeeld dertigers en veertigers en bij mensen aan de rand van de kerk.’

Van Wijngaarden: ‘Er zijn verschillende dingen waar ik mee bezig ben. De Abdijkerk heeft een enorm sterke zangtraditie. Volgend jaar is het vijfhonderd jaar geleden dat de eerste protestantse liedbundel het licht zag en in dat kader wil ik proberen een kring op te zetten. En verder wil ik weer meer dingen op de avonden gaan organiseren, om de werkenden er meer bij te kunnen betrekken. Er waren de laatste jaren eigenlijk bijna geen avondactiviteiten meer. En door dat wel te doen, merk ik dat ik weer meer 60-minners bereik.’

 

Irna van der Wekke

 

 

Bij de foto: Sara Dondorp en Martin van Wijngaarden