Wat een schoonheid!

 

Het is vakantietijd. Met de ogen van een toerist dwaalt Margot Berends een dagje door haar eigen stad.
Wat komt ze tegen, wat valt haar op en waar wordt ze warm van?

 

Een dagje Den Haag! Ik kies voor het Willemspark en het Zeeheldenkwartier, omdat ik gelezen heb dat onlangs een BN’er voor 1.1 miljoen een bovenetage heeft gekocht in de Bazarstraat. Amsterdamse prijzen! Daar wil ik wel eens ronddwalen.

M’n tocht begint bij de tramhalte aan het begin van de Alexanderstraat. De statige witte huizen aan weerszijden zijn elkaars evenbeeld, zie ik. Bij Plein 1813 zwenk ik naar rechts, naar de Sophialaan. Aan het eind doemt een on-Hollands gebouw op, ooit was dit de manege van koning Willem II. Links, op Sophialaan 10, bevindt zich Museum Sophiahof, ‘van Indië tot nu’. Erachter ligt een fantastische vierkante tuin met veel groen. Wat een verrassing! Vogels kwinkeleren door de stilte. Links staan grote borden met portretten van Indische mensen, rechts boven de bomen zie ik de kantelen van de voormalige manege. Het is net een vierkante Engelse kerktoren.

 

Lommerrijk en autovol

Het museum is klein maar indringend, met veel beelden, geluiden, verhalen en een bibliotheek, alles over de ‘erfenis van Nederlands Indië’. Ik neem me voor naderhand nog eens terug te komen. Terug langs het lommerrijke maar ook autovolle Plein 1818, via het verlengde van de Sophialaan, linksaf naar Museum Panorama Mesdag. Ik vertel dat ik alleen het panorama wil zien, en dat ik op een regenachtige dag het museum uitgebreider zal doen. De museummedewerker zegt dat vandaag het zonlicht zo mooi op het doek valt. En inderdaad! De zon plast op het duinzand en op de achterliggende zee, en verdwijnt soms – alsof de geschilderde wolken achter me écht door de wind worden voortgedreven.

‘De zon plast

op het duinzand en

de achterliggende zee’

Nu naar de Bazarstraat, die er tamelijk rechttoe rechtaan uitziet. Ik steek het Anna Paulownaplein over en geniet van de schitterende raampartijen. Aan het einde van de Bazarstraat ga ik naar links, de De Ruijterstraat in. Ik tref een schattig hofje, helaas ‘verboden voor onbevoegden’. Als toerist werp ik er toch even een blik in. Ik lees hoe dit ooit het artiestenhofje genoemd werd, omdat er allemaal kunstenaars woonden. Even verderop zie ik een modern hofje, waar iedereen bevoegd is om naar binnen te stappen. Er is een klein rond plein waar driewielers, stepjes en ander rijdend speelgoed staan. Kennelijk is dit voor algemeen gebruik. Het vertedert me.

 

Dorpshaventje

Aan het einde van de De Ruijterstraat loop ik rechtsaf, waar ik zomaar op een leuk watertje stuit, met een aanlegsteiger en bankjes. Het Piet Heinplein is onlangs omgetoverd tot een doorgaande gracht en doet op deze zonnige dag aan als een dorpshaventje. Verder maar weer, de Piet Heinstraat in. Daar wordt het moeilijk kiezen; waar moet ik als eerste naar kijken? Ik loop er drie keer doorheen, om op straatniveau alle leuke winkeltjes te bekijken en, omhoog turend, de schitterende art-nouveau-gevels. Erkers, balkonnetjes, gevelstenen, tegeltableaus, krullerig houtwerk, rond-geblazen ruiten… Wat een schoonheid! In de vensterbank van een woonhuis ligt het boek Zijn naam is klein, over Piet Hein. Wat geestig.

Aan het eind ga ik rechtsaf de Zoutmanstraat in. Ook hier enkele prachtige gevels! En wat een rust; deze straat is autoluw, wat weldadig aandoet. Hotel Sebel, aan het Prins Hendrikplein, heeft een paar grappige gevelstenen, gerelateerd aan werken-in-de-tuin. Ik moet erom glimlachen. Schuin aan de overkant zie ik een elektriciteitskastje waarop een schildering is aangebracht van het pand waar het tegenaan staat. Ook het kastje zelf staat op het paneel: het Droste-effect. Weer moet ik glimlachen.

Het wordt tijd voor een terrasje. Ik weet bijna niet wat ik moet kiezen, het plein en de Prins Hendrikstraat hebben een ruim aanbod. De straat heeft ook veel bijzondere winkeltjes, een enkele fraai gerestaureerde erker, een paar art-nouveau-gevels én een mooi oud pand waarin ooit kruidenier De Gruyter zat.

Lijn 17 brengt me via een toeristische route weer naar het station terug.

 

Margot C. Berends