Liturgische vormen voor kleine groepen

Veel kerkelijke gemeenschappen worden kleiner. Daardoor kan de behoefte ontstaan aan vormen van vieren die daar beter bij aansluiten. We gaan te rade bij theoloog Marian Geurtsen, die oude rituelen onder het stof vandaan haalt.

‘Schatgraver in de traditie’, noemt theoloog Marian Geurtsen zich. Ze is van huis uit katholiek en raakte al vroeg in haar theologiestudie gefascineerd door rituelen, door wat mensen beleven in vormen en handelingen die hun geloof verdiepen. Geurtsen: ‘Ik ben vooral op zoek naar rituelen in de marge, waar mensen zelf, en niet per se in de kerk, vormgeven aan hun eigen geloof en gebedsleven. Of waar mensen in kleine groepen bij elkaar komen en een beroep doen op oude rituelen.’

Christoffel

Een interessante vraag voor Geurtsen heeft te maken met de veranderende positie van de kerk in de samenleving. Ze stelt: ‘Hoe ga je om met de rijkdom van de traditie terwijl de belangstelling terugloopt voor het standaardaanbod van de kerk? Op welke manieren kun je vanuit dat rituele aanbod vormen aanbieden die aansluiten bij de vragen van mensen van vandaag?’ Vanuit deze gedachte ontwikkelde ze zogenoemde krachtdagen, zoals de Christoffel draagkracht-dag, bedoeld voor mensen die overbelast zijn of herstellen van een burn-out. Uitgangspunt is het verhaal van de heilige Christoffel, die met het kindje Jezus op zijn schouder bijna verdrinkt omdat het kind de last van de wereld draagt. De dag eindigt met een zegen, zodat deelnemers zich gesteund weten in de weg die ze daarna weer gaan. Geurtsen: ‘Er zijn veel vormen van begeleiding rondom burn-out, maar deze vorm nodigt uit om ook op het gebied van zingeving en geloof naar je eigen levensverhaal te kijken.’

Nieuw jasje

Schatgraven in de traditie en het ontwikkelen van nieuwe vormen; hoe verhouden die twee zich tot elkaar? Geurtsen: ‘Nieuwe rituelen bestaan niet, zeg ik altijd. Het gaat over het opnieuw gebruiken van oude rituelen in een andere context, in een nieuw jasje. Zo konden mensen vroeger bij individuele nood of pijn niet altijd een arts raadplegen, maar was er wel altijd de kerk. Er was bijvoorbeeld een ritueel voor mensen die leden aan hoofdpijnen, waarbij ze een kroon op het hoofd gezet kregen en daarmee zeven keer rond de kerk liepen. Aan die kroon werd een bepaalde magische kracht toegedicht. Nu ben ik niet van de magie, maar ik geloof wel dat het ritueel van kronen iets met mensen doet. Ik heb dat ritueel herontwikkeld om mensen bij Maria te brengen, als koningin van de wereld. Het is dan niet iets magisch, maar wel een rituele vorm waarmee ik hoop dat mensen zich gesteund voelen.

‘Wat bied je aan vanuit de rijkdom van de traditie?’

Ook voor kleine geloofsgemeenschappen heeft de traditie passende vormen, zoals het noveengebed. Geurtsen: ‘Noveen staat voor negen, en verwijst naar de negen dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren, de periode waarin Jezus’ leerlingen verweesd waren en ze het zonder leider moesten doen. Het noveengebed is daarmee eigenlijk ook de oorsprong van het bidden van gelovigen zelf. Je bidt met een kleine groep negen dagen of negen weken achter elkaar voor een bepaalde situatie, bijvoorbeeld voor vrede. Je kunt ook een noveenkaars steeds doorgeven aan een andere groep, zodat het noveengebed als het ware aanstekelijk werkt en er steeds meer mensen bij betrokken raken.’

Loslaten

Geurtsen onderstreept het belang om als gelovigen samen te blijven komen. ‘Soms helpt het om gedachten aan wat er ooit geweest is helemaal los te laten’, stelt ze. ‘Misschien is je kerk gesloten, maar wil je nog wel met het kleine groepje dat over is bij elkaar blijven komen. Sla de Bijbel open, lees samen de teksten. Spreek met elkaar in plaats dat één persoon een preek houdt. Steek daarna met elkaar kaarsen aan voor de intenties die je ziet en die er leven in de wereld. Deel met elkaar, eet met elkaar. Dan zit je heel dicht bij het vroegchristelijke begin: zij kwamen bij elkaar in een huis en braken samen het brood en lazen de Schrift. Heel veel meer is eigenlijk niet nodig.’

Irna van der Wekke

Een Haags voorbeeld van een kleine geloofsgemeenschap is Kerk in Laak. Het is geen zelfstandige kerkelijke gemeente met ouderlingen en diakenen, maar valt direct onder de Algemene Kerkenraad van de Protestantse Gemeente Den Haag. Maandelijks is er een zondagse kringviering en iedere woensdagavond is er een avondgebed. Martine Scheurkogel is al vanaf het begin – rond 1990 – bij de kringvieringen betrokken. ‘Daarbij is geen predikant nodig’, vertelt ze. ‘We zijn meestal met zo’n tien à twintig mensen. Iedere keer bereiden twee mensen het voor: de een zorgt voor een verhaal en de ander heeft de rol van ceremoniemeester. We sprokkelen van alles bij elkaar en houden het heel laagdrempelig. Een vast onderdeel is het kinderverhaal, want er komen ook regelmatig gezinnen. Maar ook als er geen kinderen zijn is het kinderverhaal een verplicht onderdeel, vanwege de behapbare taal.’

Ook het wekelijkse avondgebed is eenvoudig van opzet met per keer tussen de twee en zes bezoekers, vertelt Theo Hettema. De viering kost geen voorbereiding. Er wordt gezamenlijk een psalm gelezen en na een moment van stilte worden dankbaarheidslichtjes aangestoken. Daarna zijn er voorbeden en wordt het Onze Vader gebeden. Als afsluiting zingen de deelnemers zonder begeleiding een vast lied. Martine Scheurkogel: ‘Langslopende buurtbewoners vragen weleens om voorbede, in de trant van: ik ben zelf niet gelovig hoor, maar willen jullie voor mijn zieke buurvrouw bidden?’