‘Dit is een verdwenen mens’

De zus van Eva* vertrok bijna dertig jaar geleden naar het buitenland, zonder dit vooraf aan iemand uit de familie te vertellen of uit te leggen. ‘Door de onzekerheid of ze nog leeft en de zorgen of het wel goed gaat met haar, ben ik nooit tot diepe rouw gekomen.’

In Nederland raken jaarlijks ongeveer 40.000 mensen vermist. Daarvan is zo’n 80% binnen 48 uur terug, maar ongeveer 1500 personen zijn na een jaar nog steeds vermist. Dit heeft vanzelfsprekend veel impact op hun naasten. Zo ook bij Eva. Haar vier jaar jongere zus vertrok in 1997 naar het buitenland. ‘De verdwijning van mijn zus kwam niet als een complete verrassing’, vertelt Eva. ‘Ze hield van reizen, had een druk bestaan en het was al eerder voorgekomen dat we weken of zelfs een paar maanden geen contact met haar hadden. Toch hadden we dit niet verwacht. Mijn zus was 38 toen ze samen met haar zoontje van 3 jaar uit ons leven verdween. Drie weken daarvoor had ik haar voor het laatst gezien. Ze stond onder druk van een controlerende man, maar dat was moeilijk bespreekbaar met haar. Ze vroeg geen hulp van ons. We kregen een afscheidsbrief die ze aan de hele familie stuurde. Ze gaf de reden niet aan, wel dat ze niet veilig was en dat ze niet anders kon dan deze beslissing nemen.’

Afwijzing
‘Bij ons was er eerst ongeloof. Hoe kon dit nu? Ze had ons zussen toch wel wat meer uitleg kunnen geven? We hadden er begrip voor gehad als ze ons had gevraagd haar niet op te zoeken vanwege de veiligheid, maar ze sneed alle banden door. Eigenlijk is ze gevlucht. Er zit ook een afwijzing in, dat ze ons niet in vertrouwen nam. We hadden haar kunnen helpen. Er was verdriet, ongerustheid, maar ook boosheid. Vooral omdat we zagen dat dit voor onze ouders zo verschrikkelijk was. Hoe kon ze hun dit aandoen! Ik vond het moeilijk om er niet over te oordelen. Maar mijn moeder zei: “Als mijn dochter dit ons als ouders aandoet, dan is er een belangrijke reden geweest. Ik heb het niet gezien en niet begrepen, ik heb alleen veel verdriet.” Ze zijn een kind kwijtgeraakt, niet aan de dood, maar aan het leven. Later heb ik wel gedacht dat die stap voor mijn zus ook heel eenzaam moet zijn geweest.’

‘Ook voor haar

is het vast

erg eenzaam geweest’

Boosheid is weggeëbd
‘Door de onzekerheid of ze nog leeft en de zorgen of het wel goed gaat met haar, ben ik nooit tot diepe rouw gekomen. Ik merk wel, ook doordat het zo lang duurt, dat het verdriet afneemt en de boosheid is weggeëbd. Naarmate ik ouder word, heb ik meer dan vroeger de verwachting dat ik haar nooit meer zal zien. Ik heb hierdoor meer besef gekregen van de onvolkomenheid van het bestaan. Waarvan is gelukkig-zijn afhankelijk? Van de mensen om je heen? Dit is een verdwenen mens. Ik heb een mooi en gelukkig leven gehad, terwijl er ook best wat butsen in zitten en dit is iets dat je op de achtergrond toch altijd een beetje ongelukkig maakt. Ik besef nu meer dat geluk niet goed te definiëren is.’

Een groet
‘Ik denk regelmatig aan de mooie dingen die we samen hebben meegemaakt. Ik zou haar nog wel eens willen zeggen dat ieders levensweg onvoorspelbaar is, niet stuurbaar. Dat het bevrijdend kan zijn om met anderen te delen wat er in je omgaat of waar je niet uitkomt. Daarvoor is het nooit te laat, daarvoor staat de deur altijd open. Ik eindig met een groet aan een zus, die altijd mijn zus blijft.’

Jolly van der Velden

*Eva’s echte naam is bij de redactie bekend.

Foto: Sophie Debove via Istock