Uitvaartspeeches
Tijdens uitvaarten komen vaak vooral de fijne herinneringen en goede eigenschappen van de overledene aan bod. Maar doen we onze gestorven dierbaren – en onszelf – daarmee recht?
Toen mijn zussen en ik samen een korte speech schreven na het overlijden van onze moeder hebben we er een gemengd verhaal van gemaakt. We benoemden haar zeven deugden, maar ook enkele eigenschappen waarmee we het lastig hadden gehad. Er was een familielid dat dit niet waardeerde, maar anderen vonden het juist eerlijk en goed. We deden het niet omdat onze moeder zo’n fout mens was, integendeel, maar omdat we een eerlijk én liefdevol verhaal wilden vertellen. Want: nobody is perfect.
Ook de scherpe kanten
Ik deed wat navraag in de redactie van Kerk in Den Haag en bij enkele anderen. Hoe ervaren zij die begrafenisspeeches eigenlijk? Iemand schreef: ‘Je bent niet eerlijk als je alleen maar de mooie kanten belicht van de overledene. Mijn schoonmoeder vond mijn in memoriam bij de begrafenis van mijn schoonvader mooi, omdat ik ook de karaktereigenschappen benoemde die minder waren.’ Een ander schreef: ‘Ik zie wel een verschil tussen wat we publiek zeggen tijdens een afscheidsdienst en hoe we als intimi over een overleden dierbare praten. In het laatste geval herinner ik me dat we – liefdevol, soms met een grapje – ook de scherpe kanten van de overledene aanstipten. Al is daar soms ook tijd voor nodig, en is kort na het overlijden het verdriet soms te groot om ook die wat moeilijker kanten van iemand onder ogen te zien.’
‘Zonder waarheid
verwordt liefde tot
sentimentaliteit’
Gladde volmaaktheid
Waarom vinden we het zo moeilijk om bij de uitvaart ook de minder goede kanten van een overledene te benoemen? Koesteren we het onhaalbare ideaal van de gladde volmaaktheid in onszelf en anderen of houden we van mensen, juist ook omdat ze niet perfect zijn? ‘Over de doden niets dan goeds’ is een gebrekkige vertaling van de Latijnse tekst ‘De mortuis nil nisi bene’. De juiste vertaling is: ‘Wat de doden betreft, worde alles ten goede geduid’, aldus Van Dale. Wat ‘ten goede geduid’ betekent, daarover kun je debatteren. Paus Benedictus XVI heeft in 2009 in zijn encycliek Liefde in Waarheid belangwekkende dingen geschreven die we ook kunnen toepassen op onze herinneringen aan overleden dierbaren: ‘Alleen in de waarheid straalt de liefde en kan zij geloofwaardig worden beleefd. Zonder waarheid glijdt liefde af naar sentimentaliteit.’ En: ‘Zonder waarheid, zonder vertrouwen en liefde voor wat waar is, is er geen geweten en geen sociale verantwoordelijkheid.’* Het zijn woorden die moeten bezinken, want de combinatie ‘liefde en waarheid’ is niet gemakkelijk in een cultuur die een diep begrip als liefde al snel verbindt met roze wolken en volmaakte schoonheid. Maar wij mensen zijn zonder uitzondering behept met zowel mooie als minder mooie kanten. En als je weet dat je zelf ook niet alleen maar goede eigenschappen bezit, kan dat je hart zachter maken voor de minder mooie kanten van een ander.
Uiteindelijk gaat het om die ene wezenlijke vraag: kun je in liefde je eigen gebrekkige zelf onder ogen zien en ben je vervolgens in staat de overledene in datzelfde perspectief te zien? Dan komt er alle ruimte voor Liefde in Waarheid.
Greet Kappers
*Bron: Opinieartikel van de Oostenrijkse benedictijnse prior Martin Werlen (Nederlands Dagblad, 5 januari 2023).
Bij de foto: Waarom vinden we het zo moeilijk om de minder goede kanten van een overledene te benoemen?
