Rouw en hoop
Aarnoud van der Deijl schreef een ontnuchterend én hoopvol boek over de toekomst van de kerk. We gaan de kerk niet redden. Maar daarmee is niet alles gezegd.
Inmiddels benadert het aantal boeken met oplossingen hoe wij de kerk moeten gaan redden ongeveer het aantal kerken dat gered moet worden, maar het boek van Aarnoud van der Deijl is anders. Het eerste deel van De toekomst van de kerk: Essay vol rouw en hoop vertelt vooral over zijn ervaringen dat wij de kerk niet gaan redden. Veel kerk- en voorgangers kennen de heisessies en vergaderingen over hoe het verder moet, maar zij kennen ook het verdriet dat het terugloopt. Oplevingen zijn er, maar meestal tijdelijk en plaatselijk, en er komen zelden nieuwelingen op af. Meestal is het een vorm van ‘circulation of saints’, of in prozaïsche poldertaal: het rondpompen van gelovigen.
Sinaasappels
In de jaren zeventig en tachtig was er bij ons thuis veel aandacht voor de ethiek. Geloven had vooral te maken met hoe te leven: er kwamen geen Outspan-sinaasappels uit Zuid-Afrika op de fruitschaal. In mijn studententijd, jaren tachtig en negentig, ging het over de revitalisering van de kerk. Er zijn maar weinig kerken die sindsdien zichzelf niet presenteren als een open en gastvrije herberg. Nico ter Linden wekte archaïsche Bijbelverhalen tot leven als inspirerende verhalen voor mensen van nu in zijn Het verhaal gaat. En weer later kwam er opnieuw aandacht voor rituelen, oude en nieuwe. Plots klonk overal het Gregoriaans, de kerk werd (ook) weer een stilteplek en er kwam ruimte voor allerlei persoonlijke religieuze ervaringen.
‘Met de vernieuwing
verdween ook
de urgentie’
Maar vreemd: het leverde de kerk wel goodwill op, maar geen nieuwe aanwas. Want met alle vernieuwing verdween ook de urgentie van het geloof. Geloven werd een optie, voor momenten in je leven. Kloosters kennen de paradox: ze zitten ieder weekend tjokvol met spiritueel geïnteresseerden, maar de gemeenschap zelf vergrijst en heeft moeite om te overleven. En het bleek dat wat de kerk deed: zorgen voor verbinding, het lezen van diepzinnige verhalen, het maken van mooie muziek, het helpen van anderen, ook elders gebeurde en soms nog beter. Een psalm in de kerkdienst was ouderwets, maar diezelfde psalm als Franse renaissancemuziek in de concertzaal bleek prachtig. En daar kreeg je ook nog subsidie voor. De kerk gaan we niet redden.
Last
Vind ik dat erg? Ja, dat vind ik erg en ik herken de rouw die uit het boek spreekt. We gaan taal missen om ervaringen te duiden, we gaan die geheel eigen vorm van gemeenschap en rituelen missen, verhalen, kunst en gebouwen, ethische reflectie juist ook met mensen buiten je eigen bubbel. Maar er is ook iets in mij dat zegt: ja, maar is het wel aan mij om de kerk te redden? Over paus Johannes XXIII gaat het verhaal dat hij iedere avond de last van het leiden van de wereldkerk van zich aflegde door te bidden: ‘Heer, ik ga slapen, het is niet mijn kerk, maar de uwe.’ Uiteindelijk gaat het om vertrouwen, zoals Stephan Sanders, een van Van der Deijls kritische vrienden, tegen hem zegt: ‘Jouw somberheid over de kerk is wel een teken van dorheid van geloof (…) Als er iets christelijks is, dan is het: “Zie, Ik maak iets nieuws. Zie maar, het is al begonnen.” Het gaat altijd achter jouw rug om. Dat is geloof.’ Dat ontslaat mij trouwens niet van de plicht om na te denken over ‘hoe nu verder?’, maar het bevrijdt mij wel van de druk en de soms zo overspannen verwachtingen waarmee ook jonge collega’s worstelen als ze worden binnengehaald om de kerk te redden. Sommigen haken snel en een illusie armer weer af.
‘Oplevingen? Vaak
is het rondpompen
van gelovigen’
Wat dan wel? Van der Deijl geeft adviezen en troostrijke woorden die hij in samenspraak met zijn kritische vrienden heeft opgesteld. Ik meng er mijn gedachten doorheen: bevrijd je van het marktdenken, u vraagt wij draaien. De consument is snel verveeld en stelt steeds hogere eisen. Dat houd je als kerk niet vol. Het draait niet om jou, maar om de ander (Ander). Koester het vreemde, het andere, spreek geen geheimtaal maar sla de taal van het geheim niet plat met leukigheden. Beschouw de kerk niet als een gemeenschap van gelovigen die ‘er al zijn’ (en waar ben je dan als je er al bent?), maar als een gemeenschap van schatgravers, aandachtige lezers die met de twijfel die er is, het oude, vreemde verhaal, dat eigenzinnige ritueel op zich laten inwerken en daar vertrouwen uit putten. En ten slotte: ga gewoon verder, en doe dat toegewijd en blijmoedig.
Rienk Lanooy