‘Je hebt een heel orkest tot je beschikking’

 

Een orgel ouderwets? Twee jonge Haagse organisten – Joël Boone van de Duinzichtkerk en Andries Bogerd van de Maranathakerk – zijn het daar zeker niet mee eens. Met enthousiasme en toewijding praten ze over hun geliefde instrument.

 

Beiden zaten al op jonge leeftijd achter de toetsen. ‘Ik had les vanaf mijn zevende, maar ben na drie jaar gestopt’, vertelt Andries Bogerd (21). ‘Wel ging ik als registrant[1] mee met mijn broer, die professioneel organist is. Tijdens een van die concerten sloeg de vonk over. Op mijn veertiende ben ik weer serieus begonnen en ik wist meteen dat ik naar het conservatorium wilde, ook al kon ik nog helemaal niks.’ Toen Joël Boone (23) eindexamen deed, had hij tien jaar orgelles gehad. Toch koos hij voor een studie rechten. ‘Ik was eigenlijk nooit heel serieus’, legt hij uit, ‘maar ik vond het zonde om niets meer met muziek te doen. Ik nam les bij Jos van der Kooy, die mij stimuleerde om toch naar het conservatorium te gaan. Inmiddels heb ik mijn bachelor orgel, maar ik heb het gevoel dat ik nog maar aan het begin sta van wat ik zou kunnen.’ ‘Dat blijft je hele leven doorgaan’, zegt Bogerd, ‘en dat is maar goed ook, anders zou de uitdaging eraf zijn.’

 

Stigma’s

Wat maakt het orgel voor hen zo’n aantrekkelijk instrument? ‘Aan het orgel kleven veel stigma’s: zwaar religieus, christelijk, ouderwets’, zegt Boone. ‘Maar ik ben erdoor gegrepen en ik wil dat graag overbrengen op nieuwe generaties. Je hebt een heel orkest tot je beschikking dat je helemaal in je eentje kunt bespelen. Er is veel waarmee je kunt experimenteren en waarmee je het orgel uit het oude grijze hoekje kunt halen.’ ‘Ook in de kerken zelf zijn die stigma’s een probleem’, vult Bogerd aan. ‘Als zij hip willen doen, dan gaan ze vaak over op een muziekband of op de piano.’ Boone: ‘Een band, dát is pas ouderwets! Als je als kerk vooruitstrevend wilt zijn, haal dan een goede organist binnen. Men zet wel in op een goede predikant met de juiste opleiding, maar de organist is vaak een sluitpost met een vrijwilligersvergoeding. Een kerkdienst zou je uit moeten tillen boven het alledaagse en daarbij is muziek zo belangrijk. Kerkdiensten moet je op hoge kwaliteit houden, juist in deze tijd.’ Bogerd: ‘En het is inspirerend als mensen je muziek waarderen, wanneer ze zeggen dat je eigenlijk te kort gespeeld hebt.’

Tien wekkers

De beide organisten zitten nog midden in het studentenleven, maar moeten iedere zondagochtend present zijn. Is dat niet moeilijk voor ze? ‘Dat is eigenlijk de grootste uitdaging, je moet geen al te gekke dingen plannen op de zaterdagavond’, lacht Bogerd. ‘Vroeg opstaan kan lastig zijn: ik zet wel tien wekkers. Gelukkig begint de dienst om half elf en woon ik vlak bij de kerk.’ Boone: ‘Dus jij kunt eigenlijk gewoon uitslapen! Ik woon in Leiden en ik zet de wekker op zeven uur.’

‘Een vooruitstrevende kerk

haalt een goede

organist binnen’

Hoe zien de jonge musici de toekomst? Bogerd begint aan het laatste jaar van zijn bachelor en volgt daarnaast de opleiding kerkmuziek. ‘Hierna wil ik de tweejarige master doen. Ik zou graag stadsorganist worden of organist in een grote kerk. Daarnaast zou ik orgelconcerten en lessen willen geven. Of het gaat lukken? Ik wil het in ieder geval proberen. Je moet er hard voor werken, het is echt topsport!’ Boone wil het komende jaar eerst zijn master rechten behalen. ‘Ik blijf wel lessen volgen en ga zeker mijn master orgel doen om zo mijn eigen artistieke weg te zoeken. Hoe ik de toekomst zie? Ik heb geen idee. De muziek staat op nummer een, dat kan niet anders. Ik blijf sowieso muziek maken.’

Na het nemen van foto’s laat ik de twee achter bij het orgel van de Duinzichtkerk. Ze gaan nog even samen spelen.

 

Anne-Helene Borgts

Bij de foto: Joël Boone (l) en Andries Bogerd

[1] Een registrant is een assistent van een organist die de registers van een orgel bedient.