Jos Vermunt zwaait af

Na dertig jaar neemt Jos Vermunt in juni afscheid als dirigent en artistiek leider van de Residentie Bachensembles en Stichting Cantatediensten Kloosterkerk. ‘Wat ben ik een mazzelaar dat ik zo lang op deze mooie plek mocht werken.’

Tot eind ’23 zaten de werkweken van Jos Vermunt overvol: hij dirigeerde drie koren – het Residentie Bachkoor, het Residentie Kamerkoor en Toonkunstkoor Utrecht – en werkte drie dagen per week als hoofdvakdocent koordirectie aan de conservatoria van Den Haag en Amsterdam. Met die laatste functie stopte hij omdat hij met pensioen ging, wat hem aan het denken zette over zijn werk bij de Bachensembles. ‘Ik ging vanuit een ander perspectief kijken naar dat alsmaar werken en overal “ja” op zeggen’, vertelt hij. ‘Ik vond het allemaal heel leuk, maar wilde ik er mee doorgaan tot, ja tot wat? Tot anderen zouden zeggen: Jos, het is nu wel genoeg geweest, of tot ik erbij neerviel? Er zijn ook andere dingen in het leven.’ Zo nam Vermunt het besluit om er na dertig mooie jaren mee te stoppen. De tijd die straks vrijkomt lijkt alweer aardig ingevuld te raken: hij heeft zijn cello onder het stof vandaan gehaald, heeft zich aangemeld als vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk Nederland en verwacht meer tijd te krijgen voor partner, familie, vrienden en sport. Om niet cold turkey met alles tegelijk te stoppen, blijft hij Toonkunstkoor Utrecht voorlopig nog dirigeren.

Een extra laag

Maar eerst het afscheid van de Bachensembles. Er staan de komende weken verschillende concerten op het programma (zie kader) en als allerlaatste activiteit voert hij tijdens een cantatedienst in de Kloosterkerk met beide koren Bachcantate 21 uit: Ich hatte viel Bekümmernis.

‘In de cantatedienst

valt alles

op zijn plek’

De Bachcantatediensten hebben een bijzonder plekje in zijn hart. ‘Bach heeft al zijn cantates voor een specifieke zondag in het kerkelijk jaar geschreven; ze hebben een liturgische functie. Ik heb me altijd heel bevoorrecht gevoeld dat ik deze muziek in een kerkelijke context mag uitvoeren. Een cantatedienst is geen concert, maar de cantate is volledig geïntegreerd in de dienst. Het is of alles dan op zijn plek valt. Wij hebben van tevoren natuurlijk goed gerepeteerd, eerst met het koor en op zaterdagmiddag met de solisten en het orkest erbij. Dan gaat het veel over muzikaal-technische dingen. Maar op die zondagochtend zit iedereen in de sfeer van de dienst; iedereen luistert mee, zingt mee, en dan komt er nog een extra laag in die cantate die we niet vooraf konden repeteren.’

Eenheid

Wat hij straks het meest gaat missen? Vermunt: ‘Ik ga het natuurlijk allemaal missen. Neem de koorrepetities; je bent dan vaak technisch bezig met zuiverheid, gelijkheid, stemvorming, klankkleur, maar je ziet de koorzangers iedere week en maakt ook veel mee met mensen privé. En op het moment dat je de muziek uitvoert – tijdens een concert of cantatedienst – heb je als dirigent eigenlijk niets meer te zeggen; je kunt er niets meer aan veranderen. Dan gaat het erover dat je je hart openzet in relatie tot de muziek. Dat doen de koorleden ook, dus je hebt veel hartsmomenten met elkaar. Je bent verbonden met zoveel mensen, ook met het publiek dat je als dirigent in je rug voelt. Dan komt het allemaal op een bijna-mystieke wijze bij elkaar. Die eenheid in de muziek, dat is eigenlijk een ontzettende vorm van liefde. Dat is natuurlijk prachtig en dat zal ik missen. Maar tegelijk kijk ik vooral dankbaar en met plezier terug. Wat ben ik een mazzelaar dat ik zo lang op deze mooie plek mocht werken.’

 

Irna van der Wekke

 

3 mei 14.00-16.00 u. Residentie Bachkoor – Herdenkingsconcert (Tivoli Vredenburg, Utrecht)
4 mei 19.45-21.45 u. Residentie Bachkoor – Herdenkingsconcert (Amare, Den Haag)
22 juni 16.00-18.00 u. Residentie Kamerkoor – De keuze van de maestro (Kloosterkerk, Den Haag)
29 juni 10.30-13.30 u. Cantatedienst (BWV 21) met aansluitend samenkomst waarbij Jos Vermunt de hand kan worden geschud
Zie ook bachensembles.nl

 

 

Bij de foto: ‘Die eenheid in de muziek, dat is eigenlijk een ontzettende vorm van liefde.’