Geloven met je voeten

Rond Hemelvaart ging Rienk Lanooy op pelgrimstocht van Bloemendaal naar Den Haag, samen met zijn dochter en nog zo’n vijftig anderen. ‘Wat ons verbond was een verlangen dat er iets in ons leeft dat deze wereld overstijgt.’

Kun je ook geloven met je voeten? In de kerk, zeker de (westerse) protestantse, gebruiken we vooral het hoofd. Daarmee denken, horen, proeven, ruiken en zien we. Natuurlijk, er wordt gezongen, maar de rest van het lijf doet minder mee. Toch beperkt het Genesisverhaal de menselijke schepping niet tot het hoofd. Het lijf is evenzeer naar Gods beeld. Een eeuwenoude vorm van meer lijfelijk geloven is de pelgrimstocht. De motieven zijn in de loop van de tijd veranderd, maar het idee dat je de ene voet voor de andere zet om op weg te gaan met een zeker verlangen is gelijk gebleven.

Uitzwaaidienst

Zo vertrokken in het weekeinde van Hemelvaart zo’n vijftig pelgrims na een ‘uitzwaaidienst’ uit de kerk van Bloemendaal op weg naar Den Haag. De meesten hadden een band met een van de vier deelnemende kerken onderweg op de route: vriend, vriendin, moeder en zoon, kerkgenoten. Ik liep de tocht met mijn dochter. In drie dagen wandelden we naar de Oude Jeroenskerk (Noordwijk, dag 1), de Hooglandse kerk (Leiden, dag 2) om uit te komen in de Kloosterkerk (Den Haag, dag 3), hier en daar over oude wegen die naar Santiago de Compostella voeren. Sommigen liepen in een groepje, anderen getweeën of alleen. En iedere avond werden we in die oude kerken gastvrij onthaald door de lokale gemeente met een vesper, een maaltijd en onderdak.

‘Alsof een stem

zwijgend sprak:

er zij licht’

Wat gebeurt er tijdens zo’n tocht? Ik zou zeggen: ze voedt het verlangen. Allereerst heel praktisch, het verlangen naar het elementaire: water, koolhydraten, de juiste weg, een wc, aankomen, een bed. De Franse filosoof Levinas noemt dat ‘besoin’, dat wat je nodig hebt om te overleven. Maar hij noemt nog een ander menselijk verlangen, ‘désir’. En dat maakte van deze wandeling een pelgrimstocht. Wat ons verbond was een verlangen dat er iets in ons leeft dat deze wereld overstijgt. Pelgrimeren is de weg van het verlangen gaan, naar iets wat niet teruggaat op jezelf maar uitgaat naar het andere, het vreemde, dat wat jij niet bent. Dat verlangen is Mozes, een uittocht uit het vertrouwde naar het onbekende. Het is Abraham en Sara, geroepen door een vreemde stem en dan vertrekken om niet meer terug te keren. Het is Paulus, altijd maar onderweg. Het is Jezus, die zichzelf ‘betrouwbare weg naar het leven’ noemt.

Gevulde stilte

Nee, ik hoorde die stem onderweg niet permanent roepen en na drie dagen stapte ik weer in mijn eigen bed, en toch was het meer dan een driedaagse wandeltocht zonder bagagevervoer. Het schelpje bungelend aan de rugzak, een enkel woord van een voorbijganger, maar toch het meest de gesprekken onderweg, de gevulde stilte, de gebeden en de maaltijden bepaalden de tocht. Én het wakker worden in de Hooglandse kerk, die zich als vanzelf vanaf vijf uur op de zondagmorgen begon te vullen met de stralen van de zon. Ik dacht aan Ida Gerhardt: ‘Het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan. Alsof er toch een stem was die zwijgend sprak: er zij licht. Ik had hem niet gemist, die stem, maar toen hij sprak, besefte ik hoezeer ik ernaar verlangde.

 

Rienk Lanooy